Spijt

Zaterdagochtend, 3 juni. Daar gaan we weer. Weg van een gezinnetje dat me heel gelukkig maakt. En ik heb spijt, dat ik niet langer ben gebleven.

Ze vroegen me te blijven voor het Romeinse feest van Florent voor zijn verjaardag deze avond. Prairie mocht bij Gregoire in de wei als we zouden blijven. Eigenlijk wilde ik niet gaan. Toch ging ik. Het is absoluut niet zo dat ik me teveel heb gefocust op het eindstation. Ik wilde juist graag blijven, maar ergens maakte die gedachte me ook bang. Hoe langer ik blijf, hoe meer ik me hecht aan de mensen en hoe pijnlijker het loslaten is. Daarbij wil ik mensen niet tot last zijn. Vooral tijdens zo’n verjaardagsfeest kan ik me voorstellen dat niet iedereen daarop zit te wachten en me uit goed fatsoen uitnodigd.

Met een brok in mijn keel nam ik afscheid van mijn nieuwe vrienden. Ik zag Agnès een traan wegwrijven en ik probeerde me groot te houden. Zwaaiend liep ik langzaam van ze weg. Uit het zicht. Toen ik 300 meter verder was, kwam de groene auto van Agnès en Florent om de hoek gereden. Even een blij moment. Ik was mijn drinkfles vergeten. Agnès zegt dat het in de psychologie betekent dat als je wat vergeet bij iemand, je graag wilt blijven: daar heeft ze gelijk in. Allebei begonnen we te huilen en gaven elkaar een dikke knuffel. En daar ging ik weer. Met tranen over mijn wangen, mijn weg vervolgend. 

Alle signalen om te blijven heb ik genegeerd. Nu heb ik daar spijt van. Telkens hoopte ik nog dat er wat zou gebeuren waardoor ik terug kon en lang heb ik getwijfeld om om te draaien. Te zeggen dat ik verkeerd was gelopen. Ik hoopte dat ik verkeerd was gelopen en weer terug moest. Ik heb wel tien keer mijn route gecheckt of die wel klopte. Ik had ook zelf terug kunnen gaan. Maar dat kon voor mijn gevoel niet. Ik had een reden nodig om meer dan een rustdag te nemen: en dat ik wilde blijven was niet genoeg. Ik heb ervan geleerd want een volgende keer dat zoiets gebeurd blijf ik. Zonder twijfel. Dus het is goed voor nu en zo moest het zijn. Want misschien is het de volgende keer nog wel veel belangrijker dat ik blijf.