Troyes

In het mooie Troyes, met de huisjes van houten framen en leem en de historische gebouwen, werden we recht voor de Notre Dame verrast door een passerende auto die ons niet had opgemerkt. Op een haar na werd Prairie niet geraakt. Ik lichtjes, omdat ik voor de auto sprong om hem te beschermen. Ondanks dat ik met mijn wandelstok flink uitgehaald heb op de auto, heeft de automobilist geen idee gehad wat er gebeurde. We hebben er niks aan overgehouden, behalve dat we nu nog beter oppassen in het verkeer.

In Rosières hebben we vervolgens in Auberge Jeunesse geslapen, een jeugdherberg zonder jeugd. Desondanks dat ik de enige was voor wie diner en ontbijt moest worden gemaakt, werd alles netjes zoals normaalgesproken de gang van zaken is, op tafel gezet. 

Mentaal en fysiek was ik helemaal op. Bij de jeugdherberg waren ontzettend veel horzels, dazen en muggen die Prairie terroriseerden en hem niet zijn welverdiende rust gunden. Tevergeefs probeerde ik van alles, maar het enige wat zou helpen was een vliegendeken en die had ik niet. En daar baalde ik enorm van. Daarbij was al mijn was vies. Omdat ik elke keer laat op locatie aankom lukt het me niet om te wassen. Langzaam loop je dan tegen de feiten aan. Ik heb alleen een blok zeep waarmee ik mijn haren niet goed kan wassen. Ze blijven vettig en ik durf ze niet meer te kammen omdat ze zo in de klit zitten. Dan heb ik elke dag als ik uit bed stap, pijn in mijn voetgewrichten. Ik heb het idee dat ik een week moet slapen voordat ik echt helemaal oogeladen ben 

Mentaal en fysiek dus even weinig energie.. 

(Gelukkig heb ik tegen de blaren wel een goed middel gevonden: tijdens het lopen een steriel gaasje met groene klei en daarna wassen en insmeren met lavendelolie.)