De weg naar Santiago met een ezel

Santiago de Compostella. 

Op 1 december zien we in de avond de lichtjes van het eerst zo verre, nu zo dichtbije Santiago. Vijf kilometer voorafgaand ligt Monumento do Monte do Gozo. Met het kruis in onze rug, de weer bijna volle maan boven ons en het verlichte Santiago voor ons, zetten we onze tent op de top van de heuvel. Wat een onwerkelijk gevoel. We zijn er. We hebben het gedaan. Prairie en ik.

Maar zoals alles verandert, verandert Santiago mee. Het is niet meer het pelgrimsoord van de 11e eeuw. Nu verboden toegang voor ezels, paarden. Na verschillende pogingen te hebben gedaan bij de politie van Santiago om Prairie toch binnen te krijgen, geef ik het op voor nu. Dat ik hem op het plein krijg is zeker. Hoe, dat weet ik nog niet. Ik besluit om eerst alleen Santiago binnen te gaan om onze certificaten te halen, La Catedral te bekijken en een avondje op stap te gaan met wat Camino vrienden, waaronder Lisa die ik net na het samenkomen van Camino del Norte en Camino Frances weer tegenkom. We kunnen terecht in een gesloten albergue in Monte do Gozo bij een Poolse priester. 

Op 4 december vervolgen Prairie en ik onze weg. Naar Muxia en Finisterre. Op klaarlichte dag, rond een uur of drie gaan we dan toch het oude centrum van de stad binnen, illegaal. Op naar het plein, voor ‘de foto’. Bijna lopen we het plein op zonder problemen als daar de politieauto aankomt rijden en naast ons stopt. ‘Jullie mogen hier niet zijn en ook niet op het plein’, zegt hij. Ooit zei iemand mij dat als je Spaanse politie vraagt of ze Engels kunnen spreken dat ze niet meer weten wat ze moeten doen. Ze kunnen iemand bellen voor een vertaling, maar dat kost zo veel tijd en die hebben ze niet. ‘Ik begrijp het niet, ik spreek geen Spaans’, zeg ik terwijl ik hem vragend aankijk. Ik wijs naar het plein en vraag ‘route Finisterre’? Na twee seconden aarzelen wijst hij richting het plein: ‘Je gaat hier het plein over, vervolgens naar beneden via de trap, dan volg je de gele pijlen alsmaar rechtdoor. Fijne dag.’ En de goede man vervolgt zijn dag weer, weg van het plein. Wij, vol ongeloof en een gevoel van vrijheid, richting het plein. Het is ons gelukt. 

Nu op ons gemak (zoals we dat met alles doen), naar Muxia en Finisterre. Daar wacht het einde van het begin op ons.